Naar Vollenhove

Er knaagt wat aan de familie Spit. Ze zijn nu meer dan 4 maanden onderweg. Het continue onderweg zijn breekt ze op. Aleida heeft veel last van haar voeten. Er moet een plek gevonden worden om langer te kunnen verblijven, het liefst bij familie. En zo ontstaat het plan om naar Vollenhove te lopen. Daar woont een zus van Hendrik met haar man aan het Kerkplein nummer 21. Die zus is de lievelingstante van Annie. De afstand van Rijssen naar Vollenhove is ongeveer 75 tot 88 kilometer, afhankelijk van hoe er gelopen kan worden. Hendrik gaat met dit besluit met zijn gezin onder de vluchtelingenorganisatie uit, en dat is best een risico. Zelf onderdak zoeken zal nu het devies worden. Teunis en Hendrikje uitsnede (42K)
Zus en zwager van Hendrik:
Hendrikje Schuurman-Spit
en Teunis Schuurman

route deel 4 (362K) Op 12 februari vertrekken ze. Via Nijverdal bereiken ze in één dag Hellendoorn. Deze tocht van 14 kilometer wordt nog zwaarder, doordat het pas op de zesde plaats lukt om een plek voor de nacht te krijgen. Er wordt geslapen bij boer Voerdman op de hooizolder op de Ommerweg 83.ommerweg 83 hellendoorn klein (119K)
Ommerweg 83 Hellendoorn heden ten dage

Heel vroeg de volgende dag gaat het verder via Ommen naar Balkbrug. Annie heeft dan weer 22 kilometer in de benen, en het is weer hetzelfde liedje met onderdak zoeken. Het is weer bij een boer in het stro. De afstanden worden steeds groter. De familie loopt alles, zonder hulp van bijv. legertruck. Zij kunnen nu beter zelf het tempo bepalen zonder de grote stroom mensen om hen heen. En Vollenhove komt steeds dichterbij, dat motiveert. Maar naar Meppel is het toch ook zo'n 20 kilometer. In Meppel zit een melkhandel , gerund door de heer Middelwijk op de Woldstraat1.
Hier hoeven ze voor het eerst deze tocht een afstand niet te voet af te leggen. De melkkar van de firma brengt het gezin naar Kolderveen, zo'n 6 kilometer verderop. En dan gaat het opeens snel. De boerin waar men bij de eerste vraag voor onderdak terecht kan, is een Vollenhovese. Zij kan hen tot de Blauwe Hand brengen, in Overijssel, een rit van 7,5 kilometer. Vandaar kan er gebeld worden met de slagerij van een andere zus en zwager van Hendrik in Vollenhove, Dien (Hendrina Spit) en Andries Heetebrij. De familie daar is nu tenminste op de hoogte van hun naderende komst. Dan lopen de Spitten min of meer vast, ze moeten de Belterwijde of Beulakerwijde over, Vollenhove ligt aan de andere kant. De Beulaker is tot aan de Schaarweg ondergelopen. Maar in Vollenhove heeft men niet stil gezeten. De laatste 9 kilometer van de tocht hoeven de Spitten niet te lopen. Met paard en wagen worden ze na een tocht van 4 maanden en 10 dagen opgehaald, en naar Vollenhove gebracht. Daar is het weerzien emotioneel.
Het is 15 februari 1945, 12 uur in de middag.
Het zal tot 26 juni 1945 duren voordat Hendrik, Aleida, Evert en Annie terug kunnen keren naar hun (zwaar beschadigde) huis aan de stuw.
Vestigingsvergunning Hendrik Spit deel 1 klein (369K)De vestigingsvergunning van Hendrik Spit. Ook Aleida had er één. Met deze vergunning kon men terugkeren naar de stuw
Eerste ansicht Simissen deel 2 klein (158K) Eerste ansicht Simissen deel 1 klein (152K)Theo Simissen, zoon van sluismeester Herman, doet verslag over de situatie op de stuw aan de familie Spit in Vollenhove

Verwijzende noten

11Zie kwartaalblad Oud Meppel over de melkhandel

Copyright Annemarie Mast. Contact: amast2@yahoo.com N.B.: deze site is niet geschikt om op een smartphone te bekijken. Gebruik a.j.b. tablet, ipad of pc